12 mei 2020

Corona en de medische kindzorg | Vijf vragen aan kinderartsen Jaap en Frederique

Tot welke veranderingen leidt de coronacrisis in de medische kindzorg? Wat is daar zorgelijk of positief aan? Kind & Ziekenhuis legt vijf vragen voor aan kinderen, ouders en zorgprofessionals in de kindzorg.

Vandaag: kinderarts Frederique Hofstede van het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag en kinderarts Jaap de Witte van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.

Vraag 1

Wat is dé grootste verandering in je werk door de coronacrisis?

Frederique: “De coronacrisis heeft er in mijn werk toe geleid dat we noodgedwongen andere vormen van contact met kinderen en ouders zijn gaan ontwikkelen. Spoedzorg en noodzakelijke zorg vinden doorgang in het ziekenhuis. De overige contacten lopen via telefonisch overleg vaak wel met ouder en kind. Daarnaast zijn we gestart met ‘beeld bellen’ waarbij je elkaar kunt zien tijdens het gesprek. Het belangrijkste aspect hierbij is, dat we – in welke vorm dan ook- contact houden met onze patiënten en hun ouders. Wat wij missen is het interactieve contact en het vertrouwen dat we opbouwen met de kinderen in onze spreekkamer.”

Jaap: “Het contact met patiënten en hun ouders vindt nu grotendeels op afstand plaats (belconsulten) en dat is minder leuk en, hoe gek dat misschien ook lijkt, soms ook minder efficiënt.”

Vraag 2

Waar maak jij je het meeste zorgen om als het gaat om je werk en/of cliënten/patiënten en corona?

Frederique: “Mijn grootste zorg op dit moment is, dat patiënten onnodig wegblijven uit het ziekenhuis, terwijl zij wel hulp behoeven. We kunnen in de ziekenhuizen veilige zorg bieden net als altijd, en dus ook ten tijde van de coronavirus pandemie. Maar we merken dat er onder een deel van de patiënten en hun ouders een angst is voor besmetting in het ziekenhuis. Deze mensen stellen hun bezoek aan huisarts en/of het ziekenhuis uit en krijgen daardoor niet altijd tijdig adequate hulp. Ik maak me met name zorgen om die patiënten, die ik niet zie.”

Jaap: “Als het gaat om patiënten: dat ze geen contact met het ziekenhuis durven te maken, hetzij uit angst om COVID op te lopen, hetzij uit angst het ziekenhuis te overbelasten. En dat dat lang gaat duren. Als het gaat om collega’s: dat ze het gaan volhouden. Deze situatie lang gaat duren, het wordt een marathon waarvoor lange adem nodig is.”

Vraag 3

Wat ervaar je als positief in je werkveld door de coronacrisis?

Frederique: “Het klinkt misschien vreemd, maar er zijn ook zeker positieve aspecten aan deze periode. Ten eerste ervaar ik het contact met de patiënten en hun ouders als zeer intens. Er is begrip over en weer, en meer dan ooit werken we als team samen en proberen we met elkaar de juiste oplossingen te zoeken. Daarnaast ben ik enorm trots op ons ziekenhuis en de mensen die er werken. Ik ben onder de indruk hoe we in korte tijd zo ontzettend veel veranderingen hebben kunnen realiseren. Met ongekende energie en positieve instelling hebben we met elkaar de schouders eronder gezet, om voor iedere patiënt de beste zorg te blijven leveren. De saamhorigheid is groot, de sfeer is goed, er is veel flexibiliteit. Het is geweldig om van zo’n team onderdeel te kunnen uitmaken. Daarnaast is de veranderbereidheid groter dan ooit. Innovaties vinden continu plaats.”

Jaap: “Het blijkt dat collega’s en vele ziekenhuismedewerkers voor het overgrote deel erg flexibel zijn, creatief. Plannen voor verandering en vernieuwing waarvan de uitwerking voorheen vaak lang duurde worden nu snel opgepakt en doorgevoerd.”

Vraag 4

Welke impact heeft de coronacrisis  op je werk?

Frederique: “De coronacrisis heeft een enorme impact op mijn werk! Zoals ik al aangaf, is onze hele manier van werken veranderd. Veel telefonisch contact met patiënten en waar nodig mogelijkheden creëren om patiënten veilig te kunnen zien in het ziekenhuis. Ik had verwacht als arts ook ingezet te worden op de volwassen COVID-afdelingen, maar dat is in ons ziekenhuis uiteindelijk nog niet nodig gebleken. De eerste weken waren in ons kinderziekenhuis vooral gericht op het creëren van een nieuwe werkwijze, richtlijnen en inrichting van deze zorg. Nu richten we ons met name op het verder opschalen van de iets minder urgente, maar minstens zo belangrijke zorg rekening houdend met de afstand van 1,5 meter.”

Jaap: “Voor ons als kinderartsen valt dat eigenlijk nog wel mee. Kinderen hebben geen (nauwelijks) verschijnselen van corona. Wel zijn er al enkele collega’s ziek geweest. Belangrijkste impact is de enorme verschuiving van fysieke spreekuren naar belspreekuren (en ook al wat videospreekuren). De meesten van de kinderartsen vinden dat vermoeiender en minder voldoening geven. Het ontmoeten van mensen is toch zoveel fijner dan ze digitaal benaderen? Toch zal de maatschappelijke trend waarschijnlijk zijn dat we er gebruik van zullen blijven maken.”

Vraag 5

Wat wil je als boodschap meegeven en aan wie? Denk aan je collega’s in hetzelfde werkveld, kind & gezin, andere kindzorgprofessionals en andere belanghebbende?

Frederique: “We doen het samen. Echt. Alle (kinder)artsen en het verpleegkundig team, samen met de patiënten en hun ouders. We hebben elkaar nodig om goede zorg te leveren en te ontvangen. Dat betekent dat we goed met elkaar samenwerken, begrip moeten hebben, open moeten staan voor verandering en voor elkaars suggesties. Het is voor ons allemaal zoeken naar de nieuwe juiste manier van zorg, waarbij veiligheid en kwaliteit voorop blijven staan!”

Jaap: “Geniet van wat er blijkt te kunnen, wees trots op je flexibiliteit. Gebruik deze ervaring om het palet van mogelijkheden van omgaan met kinderen, ouders, verwijzers en collega’s uit te breiden, de keuzemogelijkheden te verruimen. Blijf mensen die kennis van buiten naar binnen brengen betrekken en doe omgekeerd hetzelfde.”