24 maart 2015

Een heel andere intensive care

In het Emma Kinderziekenhuis van het AMC is een heel bijzondere Intensive Care voor Kinderen (ICK) geopend. Met bijna alleen eenpersoonskamers, waar ouders comfortabel kunnen blijven slapen. Het is een wereld van verschil met de traditionele hectische ICK. Hoofdverpleegkundige Dirk Tol geeft een toelichting.

Hoe is het allemaal begonnen?

‘De behuizing van het Emma Kinderziekenhuis voldeed niet meer aan de eisen van deze tijd, en ook was er de wens tot zorgvernieuwing. Daarom is tien jaar geleden een verbouwingstraject ingezet. Doel was om het ziekenhuis zo in te richten dat het zieke kind en de ouders zo min mogelijk uit hun sociale context zouden worden gehaald. Hun leven moet zo gewoon mogelijk kunnen doorgaan. Dit betekende dat de infrastructuur zo moest worden dat kind en gezin, vrienden en familie meer dan ooit een eigen plek zouden hebben. Eerst zijn vier kinderafdelingen op deze manier geherstructureerd, en daarna was de ICK aan de beurt.’

Welke stappen hebben jullie als eerste gezet?

‘Een student van de TU Delft heeft als afstudeeropdracht een bedwandpaneel – de wand waar alle techniek uit voortkomt, zoals beademing en monitoring – ontworpen. De conclusie uit haar onderzoek was dat de techniek moest worden samengebracht aan één kant van het bed, de ‘technische kant’, en dat aan de andere kant zo min mogelijk techniek zichtbaar moest zijn. Dat werd de ‘veilige kant’: een eigen plek voor ouders, waar ze kunnen slapen, lezen, werken et cetera. Het kind moest daar makkelijk op schoot kunnen, zelfs met beademing. Dat betekende dat de techniek naar de veilige kant moest kunnen worden bewogen.’

‘Ondertussen had een werkgroep van de afdeling de opdracht om weg te dromen over de vraag hoe een ICK van de 21ste eeuw eruit zou moeten zien. Belangrijke kenmerken die daaruit naar voren kwamen waren veiligheid en privacy voor kind, ouders en bezoekers, en mogelijkheden tot interactie met de buitenwereld en met andere patiënten. Een andere werkgroep bezocht de zeven al vernieuwde kinder-IC’s in Nederland en elf in Noord-Amerika. Prachtige afdelingen, maar onze laatste vraag was steeds weer: wat zou je anders doen als je opnieuw mocht bouwen?’

En toen de ontwerpfase?

‘Inderdaad. We maakten een programma van eisen, waarin onder meer werd vastgelegd dat er vooral eenpersoonskamers zouden komen en één tweepersoonskamer voor kinderen voor wie dat prettiger is. Die eisen zijn in twee en een half jaar tijd besproken en ingetekend. Terwijl het aantal bedden gelijk bleef op zeventien, hadden we een dubbel aantal vierkante meters tot onze beschikking, namelijk 1500. Dan denk je dat alles daar makkelijk in moet passen, maar gaandeweg werd duidelijk dat moderne eenpersoonskamers veel vierkante meters vragen. Vooral ook door de ruimte die nodig is voor ouders en andere naasten. Het werd dus toch nog passen en meten. Met een nagebouwde kamer op de oude ICK hebben we ervaring opgedaan en zo werd het ontwerp steeds beter. Deze ICK is tot stand gekomen met gelijke input van ouders, kinderen en het hele team. Met een harmonieus en hypermodern resultaat.’

Beschrijf de nieuwe ICK eens?

‘Er heerst rust als je de afdeling oploopt, en de automatische schuifdeuren zorgen ook in de kamers voor een serene rust. Geen geluid van andere patiënten en van het team. Er staat een comfortabel bed voor ouders, en er is een kluis, kast en multimedia-unit op de kamer. Toiletten en douches zijn gedeeld. De afdeling heeft verder een huiskamer om onder andere grotere groepen gasten te ontvangen, een speelkamer en een patiëntenbadkamer waar zelfs beademde patiënten gebruik van kunnen maken. Door het vele glas is er ondanks de eenpersoonskamers overzicht en dat geeft een veilig gevoel. Besprekingen worden gehouden achter geluidsdicht glas, zodat de privacy van patiënten gewaarborgd is.

Midden op de afdeling is een beschutte maar open plek waar het team kan samenkomen als de werkdruk dat toelaat. Een plek om te overleggen, een praatje te maken of elkaar tot steun te zijn. Iedereen op de afdeling ervaart het werken met ernstig zieke kinderen als een voorrecht, maar het werk is ook zwaar, fysiek en emotioneel.

Prachtig uitzicht

Het is daarom heel mooi dat er ook een ruimte is waar je even kunt opladen: de koffiekamer, met een prachtig uitzicht. Aan de ene kant kijk je over de velden en kun je de Dom van Utrecht zien. Aan de andere kant zie je Schiphol, en op heldere dagen zie je Rotterdam zelfs liggen.’

Hoe waren de reacties van kinderen, ouders en medewerkers?

‘Voor ouders en kinderen die van de oude afdeling kwamen waren de privacy en de rust een ware verademing. Die rust helpt hen heel erg in ontzettend spannende tijden. En ouders vonden de voorzieningen echt geweldig; het feit dat ze bij hun kind kunnen blijven en ruimte voor zichzelf hebben betekent veel voor ze. Ook de medewerkers vonden de afdeling prachtig, maar voor hen was het natuurlijk wel erg wennen. Alles is anders en er is ook een andere manier van werken nodig. Op de oude ICK kon je iedereen die langsliep even vragen om te helpen; nu wijzen we steeds twee mensen toe aan een kamer en moeten zij het primair samen oplossen. Verder maken verpleegkundigen nu gebruik van pagers waarop ze hun monitor-, beademings- en infuuspompalarmen krijgen. Dit vereist een goed ingeregeld systeem, vertrouwen in het systeem en een juiste omgang hiermee. Het kostte veel energie van het team, maar de leercurve werd snel gemaakt.’

Hoe bijzonder is jullie intensive care?

‘In Nederland zijn eenpersoonskamers anders dan in Noord-Amerika nog een bijzonderheid. Alleen de ICK van het Radboudumc heeft ook zoveel van deze kamers. Uniek – ook wereldwijd – is de manier waarop de techniek is weggewerkt. Voorheen moest je bij wijze van spreken goed kijken waar het kind lag tussen alle apparatuur, nu is die apparatuur onopvallend aanwezig. Voor patiënten en familie betekent dat een veel prettiger situatie. We deden al aan family centered zorg, maar nu is ook de omgeving family centered. We zijn nog bezig om wat dat betreft meer voorzieningen te treffen. Zo wordt er gebouwd aan een kindvriendelijke kamer waar kleine ingrepen onder sedatie kunnen plaatsvinden en komt er een systeem waarbij kinderen op afstand gemonitord kunnen worden. Hierdoor zijn sommige patiëntengroepen straks niet langer aan hun kamer gebonden. Wij kunnen al deze dingen natuurlijk alleen realiseren omdat een grote verbouwing plaatsvond en we meer meters kregen. We kregen een kans van het AMC – en van tal van sponsoren die hebben bijgedragen – en die kans hebben we met beide handen gegrepen. Kinderen en ouders profieren daar nu van.’

Annelies van Lonkhuyzen