31 augustus 2021

Ouders van baby’s in de couveuse meer betrokken bij de behandeling

Ouders van te vroeg geboren baby’s moeten vanaf het begin een volwaardige rol hebben in de behandeling. Dat is veel beter voor het kind èn voor de band tussen ouders en baby. In het project neoPartner gaan tien ziekenhuizen deze werkwijze invoeren. Kind & Ziekenhuis is bij de opzet en de uitvoering betrokken.

“Ja, we hebben het wel even gevierd”, zegt Marijn Vermeulen aan de telefoon. Een paar dagen eerder hoorde ze dat het project neoPartner 600.000 euro subsidie krijgt van het Prins Bernard Cultuurfonds. Als bestuurslid van Care4Neo (de vereniging voor ouders van couveusekinderen) en neonatoloog in het ErasmusMC is ze nauw bij het project betrokken. De toekenning betekent een grote stap richting ouderparticipatie op de couveuseafdeling.

Ouders bij de visite

Het project is bedoeld om ouders vanaf het begin een volwaardige rol te geven in de dagelijkse bespreking van hun te vroeg geboren kind. “Normaal wordt deze bespreking, de zogenaamde visite, gedaan door artsen en verpleegkundigen”, zegt Vermeulen. “Zij bekijken hoe het met het kind gaat en bepalen de vervolgstappen in de behandeling. In neoPartner zijn de ouders daar ook bij. Ze praten mee en nemen samen met de zorgverleners beslissingen als ze dat willen.”

Deze werkwijze is beter voor het kind én voor de band die de ouders met hun baby opbouwen, legt Vermeulen uit. “Ouders weten op bepaalde terreinen beter hoe het met hun kind gaat dan arts en verpleegkundige. En het is voor ouders belangrijk dat ze vertrouwd raken met de behandeling van hun baby voordat ze met hun kind naar huis gaan. Ouders kunnen zich machteloos voelen als ze ineens alle beslissingen zelf moeten nemen.”

Niet vanzelf

Doel van neoPartner is te onderzoeken hoe ziekenhuizen deze werkwijze het beste kunnen organiseren. Want het gaat niet vanzelf, weet Vermeulen. “Kinderartsen en  verpleegkundigen moeten bereid zijn verantwoordelijkheid te delen. Tegelijk moeten ze de ouders coachen in hun rol. Dat vereist training. Zo wil de ene ouder graag bij alle beslissingen betrokken worden, terwijl de andere ouder liever een meer passieve rol kiest. Daar moet je goed op in kunnen spelen.”

In het project gaan tien ziekenhuizen de nieuwe werkwijze invoeren. De onderzoekers begeleiden zowel ouders als zorgverleners daarbij en ondersteunen ze met trainingen en andere tools. Het veranderingsproces wordt nauwlettend gevolgd en in kaart gebracht. Na afloop kunnen alle andere ziekenhuizen profiteren van de bevindingen.

Cultuuromslag

Vermeulen, zelf ook ouder van een prematuur geboren kind, hoopt dat het project het begin van een cultuuromslag markeert. “Ouders moeten vanaf het allereerste begin invloed hebben op wat er gebeurt, en niet het gevoel hebben dat het zorgsysteem alles voor ze bepaalt. Door die zeggenschap kun je ondanks de moeilijke omstandigheden toch een band opstarten met je premature kind.”

Het project neoPartner is opgezet door de OLVG-artsen Anne van Kempen, Sophie van der Schoor, Hannah Hoeben en Nicole van Veenendaal, in samenwerking met Care4neo. Het project vindt plaats in het kader van het zorgevaluatieonderzoek in de kindergeneeskunde met gelden van het Prins Bernard Cultuurfonds in samenwerking met de NVK.

Magazine Kind & Zorg | Juni 2021