Dit blijkt uit onderzoek van V&VN Kinderverpleegkunde en Nictiz naar de verpleegkundige overdracht tussen zorgverleners.
Zo’n 77% van de 307 professionals die meededen aan het onderzoek ervaart knelpunten. De overdracht is vaak onvolledig, niet eenduidig, of ontbreekt geheel. Ouders worden niet betrokken en de gegevens zijn overwegend gericht op medische informatie. Daarnaast wordt de overdracht vaak nog op papier verstuurd, wat om overtypen en overschrijven van gegevens vraagt. Dit kost veel tijd en werkt fouten in de hand. Daarnaast moeten zorgverleners nog regelmatig op zoek naar ontbrekende informatie. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek van V&VN kinderverpleegkunde en Nictiz naar de verpleegkundige overdracht van het zieke kind binnen de keten.
Verpleegkundige overdracht lastig
Wanneer een kind langdurig ziek is of te maken krijgt met acute zorg, zijn er verschillende zorgorganisaties en professionals betrokken bij het gehele proces van behandelen en verzorgen. Het overdragen van gegevens naar een andere zorginstelling binnen deze keten kan hierdoor lastig zijn. Nictiz en V&VN hebben in 2014 dit onderzoek opgezet onder zorgprofessionals die werkzaam zijn binnen diverse zorgorganisaties voor de zorg van het kind, naar de stand van zaken in de verpleegkundige overdracht voor kinderen. Omdat uit eerder onderzoek en vanuit het veld bleek dat de verpleegkundige overdracht niet verloopt zoals gewenst. Uit het onderzoek blijkt dat er nog veel knelpunten bestaan in het proces van verpleegkundige overdracht voor kindzorg. Dit brengt risico’s met zich mee voor het zieke kind en ook voor het gezin.
Oplossen van de knelpunten
Om de knelpunten op te lossen, adviseren de onderzoekers de vertegenwoordigers van de verpleegkundige beroepsgroep en bestuurders van zorginstellingen om voor draagvlak onder verpleegkundigen te zorgen om zo tot een volledige, tijdige verpleegkundige overdracht te komen. Een andere aanbeveling is het ontwikkelen van een landelijke informatiestandaard ‘kinderverpleegkundige overdracht’, gezamenlijk op te stellen door het zorgveld. De standaard heeft tot doel om eenheid van taal te waarborgen, waardoor de informatie in de overdracht eenduidig geïnterpreteerd wordt door alle partijen die met de standaard te maken hebben en informatie naar elkaar overdragen. Ook wordt aanbevolen om in de standaard elektronische uitwisselingsspecificaties te definiëren, zodat de informatie elektronisch kan worden uitgewisseld. Dit bevordert hergebruik van de gegevens tijdens de zorg voor het zieke kind. Hierdoor is het niet meer nodig om informatie over te typen of over te schrijven. Zo kan de standaard de knelpunten in het huidige proces oplossen. Tot slot zien de onderzoekers het betrekken van het kind en zijn/haar gezin bij het opstellen van de verpleegkundige overdracht als noodzaak.
Lees in het onderzoeksrapport ‘Verpleegkundige overdracht voor kinderen is ondermaats’ alle resultaten, conclusies en aanbevelingen over het onderzoek naar de stand van zaken van de verpleegkundige overdracht voor kinderen.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie, dan kunt u contact opnemen met Irene van Duijvendijk (Nictiz) of met Jacobien Wagemaker (V&VN Kinderverpleegkunde).