Waarom het Werkboek Voeding voor zieke kinderen?
Kort gezegd: omdat voeding een belangrijke rol speelt bij de behandeling van zieke kinderen. Enerzijds gaat het om specifieke voedingseisen waarom een ziekte vraagt, anderzijds om de specifieke voedingsaanpassingen bij de behandeling van bepaalde aandoeningen. Het Werkboek Voeding voor zieke kinderen is de langverwachte tweede druk van het meer dan twintig jaar oude Werkboek Enterale voeding voor kinderen. Daarin was voor het eerst op systematische wijze uitgelegd hoe de behoefteberekening van zieke kinderen tot stand moest komen en wat dat betekende voor een groot aantal aandoeningen. Was die eerste druk indertijd tot stand gekomen op initiatief van de sectie kindergastro-enterologie en voeding van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), voor het nieuwe Werkboek Voeding voor zieke kinderen tekent de Commissie Voeding, wat illustratief is voor het belang dat de NVK aan adequate voeding hecht. En ook de opzet is veranderd, zoals de titel al aangeeft: het behandelt niet alleen enterale voeding (voeding die per sonde wordt toegediend), maar ook parenterale voeding (infuusvoeding) en diëten voor kinderen met bijzondere voedingseisen.
In twintig jaar tijd is het inzicht in het belang van een goede voedingstoestand voor zieke kinderen en in de factoren die daarbij een rol spelen, aanzienlijk toegenomen. Ondervoeding werkt (uiteraard) vertragend op de genezing. Maar dat is niet het hele verhaal. Het is bijvoorbeeld sinds kort bekend dat kritiek zieke kinderen juist een groter risico op ziekenhuisinfecties en vertraagd herstel lopen als zij in de eerste fase van hun verblijf op de intensive care volledige infuusvoeding, met aminozuren en vetten, krijgen. Nu we weten dat ook zieke kinderen die elders in het ziekenhuis worden opgenomen, relatief vaak ondervoed zijn, wordt aan de voedingstoestand bij opname extra aandacht besteed. Voor de herkenning van (dreigende) ondervoeding bij opname is in Rotterdam een simpele methode ontwikkeld, een ‘instrument’ dat STRONGkids wordt genoemd, waarbij ‘STRONG’ staat voor screening tool risk on nutritional status and growth. Zo kan voor elk kind in het ziekenhuis het optimale voedingsbeleid worden afgesproken.
In twintig jaar tijd is het inzicht in het belang van een goede voedingstoestand voor zieke kinderen en in de factoren die daarbij een rol spelen, aanzienlijk toegenomen.
In het Werkboek Voeding voor zieke kinderen komt dat allemaal aan bod. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt in twaalf hoofdstukken inzicht gegeven in (bepaling van de) voedingstoestand en voedingsbehoeften, voedingsstoffen (macro- en micronutriënten) en de praktische kanten van enterale en parenterale voeding. In deel twee komen in veertien hoofdstukken de voedingsbehoeften aan bod van de relevante ziektebeelden, van de behandeling van kritisch zieke kinderen tot eetstoornissen, van coeliakie en cystische fibrose tot stofwisselingsziekten. (In de pdf-versie van het boek, te vinden op de website van de NVK, staat nog een 27e hoofdstuk, over eetstoornissen bij jonge kinderen). In de appendix ten slotte wordt ingegaan op de antropometrie: de meting van lengte, gewicht en andere met voeding en groei samenhangende maten.
Dus: waarom dit boek? Voor iedereen die beroepsmatig te maken heeft met zieke kinderen, binnen en buiten het ziekenhuis: omdat het niet alleen een actueel overzicht biedt van de voedingswetenschap, maar ook de handvatten om die kennis in de praktijk te benutten.
Frank Kneepkens
Kinderarts maag-darm-leverziekten
Werkboek Voeding voor zieke kinderen
Onder redactie van K.F.M. Joosten, D. Van Waardenburg en C.M.F. Kneepkens
Amsterdam: VU University Press, 2017 [245 pagina’s, 12 figuren, 83 tabellen]