Maandelijks op de nieuwsblog Kind&Zorg: een column van de Vakgroep Pedagogische Zorg in het Ziekenhuis Nederland over wat zij meemaken in de praktijk.
Het gaat de laatste tijd niet goed met Lieke, dit merken we ook tijdens een van haar ziekenhuisbezoeken. Ze maakt nauwelijks oogcontact en geeft geen antwoord op vragen. Ze sluit zich letterlijk af van alles en iedereen om haar heen. Lieke laat de medische handelingen steeds moeilijker toe. Tijdens het toedienen van de chemo, uit zich die angst in huilen en gillen en moet ze overgeven van de spanning.
Als medisch pedagogisch zorgverlener krijg ik geregeld te maken met kinderen die door bepaalde ervaringen in een ziekenhuis, angsten ontwikkelen. Problematisch wordt het als een kind met regelmaat het ziekenhuis moet bezoeken en de angst de ontwikkeling van het kind, maar ook de behandeling, in de weg komt te staan.
Het gaat hier om Lieke, een meisje van 6 jaar met een hersentumor. Iedereen die bij Lieke betrokken is probeert met alle goede bedoelingen haar af te leiden door bijvoorbeeld vragen te stellen over haar knuffel. Maar de spanning en angst blijken niet te doorbreken met dit soort vragen. Daarom wilde ik proberen of een non verbale ingang haar de ruimte zou geven om weer kind te kunnen zijn en de leiding weer te kunnen nemen. Dit doe ik door af en toe een keus voor haar te maken.
Zo had ik bij het volgende ziekenhuisbezoek een tekening in mijn hand toen ik Lieke tegemoet liep. Ik begroette haar en haar moeder, en liep met ze mee naar de speelkamer. Onderweg zag ik dat ze nieuwsgierig keek naar wat ik in mijn handen had. Voordat we in de speelkamer kwamen, had ze de tekening al uit mijn handen gepakt. Eenmaal in de speelkamer aangekomen, vroeg ze; ‘Mag ik nu de stiften anders kan ik toch niet kleuren?!’. Door de tekening kon ze zich op een ontspannen manier afzonderen van de medische wereld. Tussen het kleuren door, ging ik met moeder in gesprek over koetjes en kalfjes. Ook Lieke mengde zich soms in het gesprek, maar wanneer ze geen zin had kon ze onopgemerkt weer verder met haar tekening.
De dokter die Lieke komt halen, richt zich niet meteen op Lieke, maar op haar tekening. Dit lijkt een prettige afleiding, de nadruk ligt nu niet op haar, maar op haar tekening. Trots laat ze haar tekening zien en gaat mee naar de behandelkamer waar ze haar chemo krijgt.
In de behandelkamer kijkt Lieke angstig en kruipt in elkaar, ik weet haar af te leiden door te kletsen over haar tekening. De tekening blijft het onderwerp van het gesprek, niet haar ziekzijn. De medische handeling blijft vervelend, we proberen het zo goed en snel mogelijk te doen zodat ze met mama weer lekker naar huis kan. Als de medische handeling klaar is, zegt Lieke met een glimlach ‘mama, niet de tekening vergeten he?!’, en ze gaat met mama weer naar huis.
Lieke kon door haar tekening samen met haar moeder, de verpleging, de arts en mij haar focus verleggen, en dit bood haar veiligheid in een voor haar onveilige omgeving. Later die dag mailt moeder mij een foto van Lieke met de tekening die ze thuis verder heeft afgemaakt. Ik besef meteen dat ik de leukste baan van de wereld heb. Waar je met de voor ons kleine dingen, als een tekening, grote angsten kunt overwinnen.
Chantal van den Akker
Vakgroep pedagogische zorg in het ziekenhuis Nederland