Maandelijks op de nieuwsblog Kind&Zorg: een column van de Vakgroep Pedagogische Zorg in het Ziekenhuis Nederland over wat zij meemaken in de praktijk.
Donderdagmiddag krijgt Ahmed een lumbaal punctie, een vervelende prik in de rug. Hij is al een week opgenomen met hoge ontstekingswaarden, welke nog niet verklaard zijn. Zoals ‘normaal’ bereid ik hem voor en bespreek ik met hem wat voor ondersteuning hij ‘fijn’ vindt tijdens de prik. Moeder staat op afstand met haar armen over elkaar en houdt alles in het vizier.
Het gezin bestaat uit vader, moeder en een zus (15 jaar) en ze komen uit Tunesië. Ze brengen al dagen onafscheidelijk met elkaar op de kamer van Ahmed door. Zodra we naar de behandelkamer lopen ervaar ik onrust in het gezin. Ze spreken in hun eigen taal, komen in beweging en gaan toch weer zitten. Ik kan niet plaatsen wat er speelt en volg de ‘normale’ procedure. Ik benoem dat er één ouder bij de prik mag zijn en nodig ze uit mee te lopen. Met Ahmed klets ik over Tunesië. Moeder loopt mee en blijft in de hoek van de behandelkamer staan, ze oogt gespannen en boos. Ik vraag me af waarom ze haar zoon niet ondersteunt. Ik kies er voor me op hem te richten.
Mijn doel is de punctie voor Ahmed zo stressarm mogelijk te laten verlopen. Als medewerker pedagogische zorg in het ziekenhuis beschik ik over kennis en verschillende tools die ik hiervoor in kan zetten. Maar sloten deze tools dit keer aan bij Ahmed, zijn ouders en zijn zus? Had ik de stress die vooral bij moeder zichtbaar was ook kunnen verminderen? En op welke manier? En wat zou hiervan het effect zijn op Ahmed?
Vrijdag raak ik met moeder in gesprek over hun gezin. ‘Wij leven als gezin en steunen elkaar door alle emoties te delen en samen te ervaren‘ vertelt ze. Ze was het liefst met het hele gezin aanwezig geweest bij de punctie om de pijn en spanning samen te dragen. De aanwezigheid van één ouder voelde voor haar niet prettig en dit was voor haar stress verhogend. De verschillen tussen ‘normaal’ in de wij- en de ik-culturen worden zichtbaar voor me. De ik-cultuur waar een ieder als individu gezien wordt en gestimuleerd wordt tot zelfredzaamheid en de wij-cultuur waar vanaf de geboorte geleerd wordt te denken in termen van wij en waar een sterke verbondenheid heerst. Ik vraag me af of mijn kennis over stressregulatie aansluit bij de wij-cultuur. Niet alleen in deze situatie…
Vaak hoor ik op de afdeling de vraag ‘Dit is toch niet normaal!?’. Wanneer een kamer vol treurend bezoek zit, of er tassen vol donuts, snacks en frisdrank naar binnen gaan. De woorden van Ahmed zijn moeder stimuleren me opnieuw nieuwsgierig te zijn naar de waarden en normen van ieder afzonderlijk gezin, van mensen uit een andere cultuur, te zoeken naar overeenkomsten en de juiste samenwerking.
Misschien is het wel ‘normaal’? Wat voor mij normaal is, hoeft dat zeker niet voor een ander te zijn. We verschillen allemaal van elkaar, als mens, als gezin met eigen normen en waarden en ook eigen stressregulatie. Ik ben gemotiveerd om zelf en met mijn collega’s op zoek te gaan naar een ieders ‘normaal’ om zo te komen tot een goede samenwerking en daarmee tot een zo stressarm mogelijke ziekenhuisopname.
Dat zou ‘normaal’ moeten zijn.
Anne Weenink
Pedagogische zorg in het ziekenhuis Nederland