Maandelijks op de nieuwsblog Kind&Zorg: een column van de Vakgroep Pedagogische Zorg in het Ziekenhuis Nederland over wat zij meemaken in de praktijk.
De verpleegkundige belt, Jay is er! Jay komt voor het eerst in ons ziekenhuis voor een vervelende prik. Dit krijgt hij vanaf nu iedere 4 weken. Hij is 6 en vindt het reuze spannend. Al in de lift roept hij: ‘Ik wil geen prik, die doet zeer!’. Vader vertelt dat Jay de hele dag al spanning opbouwt voor de prik.
Ik kom bij Jay en stel me voor. Jay vindt alles interessant maar wil niets weten over de prik. Telkens als er iemand binnenkomt verstopt hij zich. Samen met Jay en moeder maak ik een plan. We spreken af dat Jay bij moeder op schoot gaat en we samen tot 3 tellen. De verpleegkundige prikt en Jay en ik gaan bellenblazen. Moeder benoemt dat zij hem het beste kan aanspreken wanneer hij in paniek is. We spreken af dat we het moment kort houden.
Een groot deel van mijn werk als pedagogische zorg in het ziekenhuis bestaat uit voorlichting geven en afleiding bieden bij medische ingrepen. Dit maakt de onvoorspelbaarheid in het ziekenhuis voorspelbaar. Door samen met het kind een plan te maken geef je het kind de regie en maak je de situatie overzichtelijk. Daarnaast is het belangrijk dat datgene dat vertrouwd is ook vertrouwd blijft. Daarom kiezen we ervoor dat moeder Jay aanspreekt bij paniek.
Voor ouders met een ziek kind is het soms moeilijk om door te pakken in een situatie als deze. Zij gaan mee in het uitstelgedrag van het kind omdat ze het zielig vinden of zich indirect schuldig voelen voor het feit dat het kind de medische handeling moet ondergaan en zij hun kind niet kunnen beschermen tegen de pijn. Kinderen voelen ruimte en stellen daardoor nog meer uit. In plaats van duidelijkheid zorgt dit voor onzekerheid en angst. Het is mijn taak om ouders te begeleiden in dit proces en waar nodig bij te sturen.
Het is tijd voor de prik. Jay loopt mee, maar blijft benoemen dat hij niet wil. Hij probeert er alles aan te doen om het moment van de prik uit te stellen. Nog even dit, nog even dat en dan ga ik echt zitten. Samen met moeder besluiten we om door te pakken en het moment kort te houden. Jay moet even huilen maar begint dan hard te blazen. Ik doe net alsof ik omval, zo hard heeft hij geblazen! Jay moet lachen en blaast uit volle borst door! De keren daarna klimt Jay zelf op schoot en geeft zijn arm aan de verpleegkundige. Hij zegt nog 1 keer: ‘Maar hij doet zo’n zeer!’. Daarna blazen we weer bellen.
Het is belangrijk dat ouders hun kind helpen om te gaan met negatieve emoties in plaats van ze hiervoor in bescherming te nemen. Als zij het kind laten zien dat hij/zij de negatieve ervaring aankan, vergroot dit het zelfvertrouwen van het kind. Belangrijk hierbij is dat er erkent mag worden dat een prik stom is en pijn doet, maar dat het moet gebeuren. Jay’s hobby zal de prik niet worden. Maar wees eerlijk, van wie wel?
Maaike Wameling
Pedagogische zorg in het ziekenhuis Nederland