Dertig procent van de zieke kinderen wordt nu al thuis verpleegd in plaats van in het ziekenhuis. De verwachting is dat het percentage verder zal stijgen, naar misschien wel zeventig procent over twintig jaar. Dat heeft gevolgen voor het werk en de deskundigheid van kinderverpleegkundigen. Daarom hebben de kinderverpleegkundigen van beroepsvereniging V&VN beschreven wat hun beroepsgroep in de nabije toekomst moet kunnen. Die competenties zijn vastgelegd in het nieuwe expertisegebied kinderverpleegkundige. Ook de eisen voor andere verpleegkundige specialismen zijn of worden vastgelegd in expertisegebieden. Samen vormen ze in 2020 een nieuw beroepenhuis voor verpleegkundigen. Dat is niet vrijblijvend: alle verpleegkundigen dienen te voldoen aan de eisen die in het expertisegebied worden gesteld.
Kwaliteit
Waarom was het nodig om het expertisegebied van kinderverpleegkundigen opnieuw te beschrijven? Jacobien Wagemaker, voorzitter van de afdeling kinderverpleegkunde van V&VN: “Omdat de werkelijkheid waarin we werken heel erg is veranderd ten opzichte van tien of twintig jaar geleden. Kinderen kunnen nu bijvoorbeeld eerder naar huis omdat er een mobiel beademingssysteem of mobiele dialyse beschikbaar is. Dan is het belangrijk dat ze thuis dezelfde verpleegkundige zorg krijgen als in het ziekenhuis. Het oude expertisegebied beschreef alleen waaraan kinderverpleegkundigen in ziekenhuizen dienen te voldoen. Nu is dat ook beschreven voor de eerste lijn. Daardoor wordt iedereen zich ervan bewust dat bepaalde handelingen alleen door kinderverpleegkundigen gedaan mogen worden. Andere handelingen mogen alleen onder bepaalde voorwaarden door andere professionals worden verricht. Bijvoorbeeld een leerkracht met een kind dat diabetes mellitus in de klas heeft. Die moet geschoold worden om bloedsuikers te controleren en insuline te spuiten. In het ziekenhuis en thuis gelden dezelfde kwaliteitscriteria. Thuis is de zorg soms nog complexer dan in het ziekenhuis.”
Praktijk
In de toekomst worden naar verwachting alleen nog kinderen opgenomen als ze intensieve zorg nodig hebben, bijvoorbeeld op de intensive care neonatologie of kinderen, of in een oncologisch centrum. In de meeste gevallen kunnen kinderen thuis worden verpleegd. Doordat de praktijk zo snel verandert, is niet meer altijd duidelijk wie wat mag en kan doen aan het bed van het kind. Wagemaker: “Daarom hebben we nu beschreven welke rol de kinderverpleegkundige heeft in zowel het ziekenhuis als thuis en welke verpleegkundige handelingen daarbij horen. Dat is een belangrijke verandering. We bieden een kader waarop kinderverpleegkundigen kunnen terugvallen en geven ouders de garantie dat een goed opgeleide verpleegkundige betrokken is bij hun kind. Ongeacht of het kind in het ziekenhuis of thuis wordt verpleegd.”
Rondetafelgesprekken
Veranderen doe je niet in je eentje, zeker niet in de zorg. De afdeling kinderverpleegkunde van V&VN heeft rondetafelgesprekken georganiseerd met vertegenwoordigers uit alle bij de kindzorg betrokken beroepsgroepen: kinderartsen, thuiszorgorganisaties, patiëntenorganisatie zoals Kind & Ziekenhuis en bijvoorbeeld wijkverpleegkundigen. De input van de rondetafelgesprekken is meegenomen in de beschrijving van het expertisegebied en de eindtermen voor de opleidingen.
Opleiding
Het college van zorgopleidingen gaat de eindtermen voor de opleiding opnieuw formuleren, op basis van de competenties in het expertisegebied. Wagemaker: “Zowel werkgevers die de praktijkopleiding verzorgen als opleidingsscholen die de theoretische kant van de opleiding geven, worden uitgedaagd om te voldoen aan de nieuwe eindtermen. Daarom stellen we nu ook een opleidingsprofiel op. Dat is naar verwachting in mei van dit jaar klaar. Er komt een overgangsregeling om de opleidingen en werkgevers in staat te stellen volledig aan de eisen te voldoen.”
Wat zijn de consequenties voor mensen die al als kinderverpleegkundige werken? “Daarvoor verandert er eigenlijk niets,” zegt Wagemaker. “Wie nu in het ziekenhuis werkt als kinderverpleegkundige en overstapt naar het thuis verzorgen van kinderen, neemt die deskundigheid mee. Je moet wel kijken of er op basis van de nieuwe werksituatie reden is om bepaalde bijscholingsmodules te volgens, bijvoorbeeld voor het indiceren en organiseren van de zorg in de eigen omgeving. We hebben bij het formuleren van het nieuwe expertisegebied wel gezegd dat nieuwe kinderverpleegkundigen altijd een hbo-werk- en denkniveau moeten hebben. Dat is nodig omdat de zorg in het gezin enorm is veranderd en complex is geworden. Daarvoor heb je iemand nodig die op hbo-niveau kan werken en redeneren.”
Heleen Schoone