De prettige sfeer is ongeveer het eerste wat opvalt als je het Prinses Máxima Centrum in Utrecht binnenkomt. Kinderen rennen rond, volwassenen zitten te kletsen. Ja, je ziet ook doodzieke kinderen en vrouwen en mannen met witte jassen, maar je voelt vooral dat je midden in het leven staat.
De inrichting en indeling van het gebouw zijn ontworpen met de behoeften van kinderen en ouders als uitgangspunt. Marianne Naafs van Vereniging Ouders van Kinderen met Kanker (VOKK): “Het gebouw moet besloten en warm genoeg zijn om je veilig te voelen. Tegelijk wil je zicht naar buiten hebben, contact houden met de buitenwereld. Net als thuis eigenlijk.” Dat heeft geleid tot een ziekenhuis met veel daglicht, kleurige kunstwerken, uitnodigende bamboe trappen en overal plekken voor sport en spel. De gangen zijn extra breed en nissen met stoelen en tafeltjes verminderen het gevoel van eindeloze afstanden. Hier kunnen kinderen zich blijven ontwikkelen, ook al zijn ze ziek.
“Het gebouw moet besloten en warm genoeg zijn om je veilig te voelen. Tegelijk wil je zicht naar buiten hebben, contact houden met de buitenwereld. Net als thuis eigenlijk.”
In het ontwerp van ziekenhuizen staan vaak werkprocessen centraal, maar in het Máxima is radicaal gekozen voor kind en ouders, zegt Naafs. “Daarom hebben we bijvoorbeeld geen wachtkamers. Kinderen kunnen vrij in het gebouw rondlopen tot tien minuten voor de afspraak. Dan krijgen ze een telefoontje dat ze aan de beurt zijn. Het kind zit in een spreekkamer en alle specialisten komen naar het kind toe. Voor bloedprikken, foto’s, infusen en radiologie moeten kind en ouders wel een stukje lopen, maar nooit ver. Ze zwerven niet door het gebouw van de ene afdeling naar de andere. Medewerkers zeggen soms: dit werkt niet zo handig, we zouden het eigenlijk anders willen. Dan is er altijd iemand die antwoordt: wat is ook alweer ons uitgangspunt, wie staat centraal, jouw werk of het kind? En dan blijft de situatie zoals hij is.”
Kinderen mogen zes keer per dag eten en kunnen ter plekke kiezen uit vele gerechten die aantrekkelijk worden gepresenteerd. Als ze op een ander moment honger hebben, gaat de keuken even voor ze open. Er is een keuken voor ouders en er zijn ouder-kindkamers, appartementjes met kamers en suite: de ene kant is voor het kind, de andere voor de ouders. Elke kamer heeft een balkon, een extra badkamertje voor de ouders, een eettafel, een luie stoel en een extra deur waardoor ouders naar buiten kunnen zonder hun kind te storen. Naafs: “Het bed staat niet in het midden en er staat geen stoel naast, want meestal hoeft een kind niet in bed te blijven. Als ze zich maar enigszins goed voelen, kunnen ze eruit en bijvoorbeeld naar de sporttuin. Ook dat is zoveel mogelijk als thuis.”
Stichting Kind en Ziekenhuis door journalist Heleen Schoone