3 maart 2020

Screening op kindermishandeling: wat levert het op?

Vijfentwintig jaar geleden introduceerde Compernolle een vragenlijst op de Spoedeisende Hulp met negen open vragen, SPUTOVAMO, een acroniem van de eerste letters van de negen vragen. Dit signaleringsinstrument was uitsluitend bedoeld om toe passen bij kinderen met letsel en gericht op bewustwording van kindermishandeling. De daaropvolgende verplichting door de Inspectie van het gebruik van een signaleringsinstrument werd ingegeven door het gebrek aan meldingen bij Veilig Thuis door de ziekenhuizen.

Daarna transformeerde elk ziekenhuis dit signaleringsinstrument SPUTOVAMO tot een screeningstest met ja/nee vragen met als uitkomst wel of niet een vermoeden van kindermishandeling met daaraan gekoppeld een dwingend protocol ter bespreking van dit vermoeden in een multidisciplinair (MD) team.

Screeningtest SPUTOVAMO alleen is onvoldoende

Drie academische kinderziekenhuizen onderzochten of dit screeningsinstrument betrouwbaar was. De conclusie na 15 jaar onderzoek moet zijn dat SPUTOVAMO niet voldoet als screeningstest in de strikte zin van het woord: SPUTOVAMO is onvoldoende in staat om onderscheid te maken tussen risicogroepen en niet-risicogroepen. Niet alle kinderen die risico op kindermishandeling lopen worden opgespoord (fout negatieve screening) en bij lang niet alle kinderen waarbij de screening positief is, wordt kindermishandeling opgespoord (fout positieve screening). Maar, als signaleringsinstrument kan het in een of andere vorm nog steeds een nuttige rol spelen, zoals oorspronkelijk de bedoeling was bij de introductie ervan. Dan is het belangrijk om het instrument niet in te zetten als een ‘test’ maar meer als een alert: stel de goede vragen om zicht te krijgen op een onveilige opvoedsituatie die bijgedragen kan hebben aan de klachten waarmee het kind de spoedeisende hulp bezoekt.

Stel vooral vragen

Stel vooral ook vragen aan het kind en let op de reacties van het kind. En realiseer je dat geen enkel symptoom specifiek is voor kindermishandeling, dat wil zeggen dat er ook altijd nog andere redenen kunnen zijn voor dat symptoom of die klacht. En realiseer je dat kindermishandeling zich op allerlei manieren kan presenteren. Daarom werkt een screeningsinstrument ook niet: kindermishandeling kan niet ‘gevangen’ worden met enkele vragen. Maar een signaleringsinstrument met open vragen, kan wel je alertheid verhogen en kan jou voldoende redenen hebben om nader in gesprek te gaan met ouders en/of een deskundige te raadplegen over de feiten die je waarneemt.

Lees het volledige artikel van Maartje C.M. Schouten, Judith S. Sittig en Elise M. van de Putte.