Maandelijks op de nieuwsblog Kind & Zorg: een column van de Vakgroep Medisch Pedagogische Zorg in het Ziekenhuis Nederland over wat zij meemaken in de praktijk.
Op een kinderafdeling worden ook patiënten met somatisch onvoldoende verklaarde klachten opgenomen. Kinderen die zonder medische verklaring niet meer kunnen lopen, niet meer kunnen zien, krachtverlies hebben of iets dergelijks. Wanneer ik familie of vrienden vertel over deze casuïstiek krijg ik regelmatig verbaasde blikken en veel vragen. ‘Kunnen ze het dan echt niet meer?’ ‘Houden ze je dan niet gewoon voor de gek?’ hoor ik familie en vrienden zeggen.
Thomas is een jongen van 12. Hij braakt sinds een tijd steeds vaker. Sinds afgelopen week zelfs wel 20 keer per dag. Hij houdt niets binnen en de artsen op de poli hebben alle mogelijke medische oorzaken uitgesloten. Ter observatie wordt hij daarom opgenomen op de afdeling.
Hier starten we observaties vanuit een multidisciplinair team. Verpleegkundigen en artsen observeren de lichamelijke klachten. Samen met de psycholoog, ouderbegeleiding en de medische pedagogische zorg wordt de psychosociale context van Thomas en zijn familie in kaart gebracht.
In de tienerkamer komt Thomas ontspannen over, hij vertelt enthousiast over de twee sporten en de theaterklas waar hij na school actief in is. Alle avonden en zaterdagen worden hiermee gevuld. Voor mij een aanknopingspunt om later met hem in gesprek te gaan. In dit gesprek geeft Thomas zijn leven een 8, op de schaal van 1 tot 10. Hij is blij met zijn familie en alle activiteiten die hij doet. Zijn antwoord op de vraag hoe er een 10 van te maken geeft ons een belangrijk inzicht in de problematiek die speelt. Thomas zou graag meer lekker in bed gamen, zoals hij dit op zondagen doet. Dat is namelijk het moment dat hij zich rustig voelt en dat hij niets moet.
De ouders van Thomas hebben beide een fulltime baan, ze sporten voor het werk en hebben daarnaast een druk sociaal leven. ‘Ik wil net als mijn moeder zijn.’ Is wat Thomas mij in ons gesprek vertelt. Binnen het gezinssysteem is een volle agenda de basis en Thomas zijn loyaliteit naar moeder is groot. Hieruit concludeer ik dat het voor Thomas moeilijk is zijn behoefte aan meer rust te herkennen. Ik neem de proef op de som en gebruik een metafoor om dit met Thomas te bespreken.
Ik gebruik de harde schrijf van een computer om Thomas uit te leggen hoe je lichaam kan reageren als er te veel gevraagd wordt. Een computer met een volle harde schijf is veel trager en moet opgeschoond worden om weer goed te functioneren. Dit verhaal herkent Thomas en dit bespreken we samen met zijn ouders.
In het geval van Thomas hebben we relatief snel en op tijd de oorzaak achterhaald. Na gesprek met zijn ouders stopt het braken vrijwel direct. Opgelost is het nog niet! Er wordt een psychosociaal na traject ingezet buiten de medische setting.
Dit is een uitzonderlijke casus. De zoektocht naar achterliggend trauma, een stressfactor of stressfactoren en het herstel duurt in anders casussen vaak lang.
Het verhaal van Thomas laat zien hoe dun de scheidslijn is tussen medisch en psychosociaal welzijn. Deze kinderen houden ons niet voor de gek en hebben écht iets. Wanneer een medische oorzaak is uitgesloten is specialistische begeleiding van groot belang om het psychosociale welzijn ‘beter te maken’. Dit is een heel andere invalshoek. Een die tijd vraagt, bewustwording en uitleg over de samenwerking tussen lichaam, emoties en gedachten voor het kind en ouders.
Anne Weenink
Vakgroep Medisch Pedagogische Zorg Nederland