15 augustus 2018

Vies hè?

Maandelijks op de nieuwsblog Kind & Zorg: een column van de Vakgroep Medisch Pedagogische Zorg in het Ziekenhuis Nederland over wat zij meemaken in de praktijk.

“Julia weigert haar medicijnen in te nemen, kan jij helpen?”, vraagt de verpleegkundige. De medicijnen hebben een nogal overheersende smaak. Of zoals kinderen het zeggen: ze zijn gewoon vies. Gewapend met vrolijke bekers, mooie rietjes en stickers ga ik de kamer van Julia binnen. Daar ligt ze verdrietig op haar bed, met naast zich haar vader en het spuitje met antibiotica erin. “Julia, ik kom je helpen.”, zeg ik met opgewekte maar doelgerichte stem. Ik heb haar aandacht. Ze gaat rechtop zitten en kijkt me vragend aan.

‘s Ochtends was ze bij mij in de speelkamer geweest. Het uurtje spelen was meer dan alleen ontspanning en plezier. Het was een moment dat Julia even niet het zieke meisje was, dat er eventjes geen spannende dingen gebeurden. Een moment dat Julia gewoon even Julia kon zijn: een meisje van bijna drie, met de natuurlijke behoefte om onbezorgd te spelen. En juist in dit ogenschijnlijk onschuldige moment met knutselwerkjes en poppenspel, hebben zij en ik ongemerkt een vertrouwensband opgebouwd.

Julia mag de mooiste beker en het mooiste rietje uitkiezen. Ik stel voor om de medicijnen uit het spuitje in de beker te doen, zodat we deze daarna kunnen opslurpen met het rietje – precies zoals we deden met de limonade in de speelkamer. En als ze de medicijnen helemaal heeft opgedronken, mag ze een sticker uitzoeken. Als medisch pedagogische zorgverlener weet ik heel goed hoe moeilijk het is om ‘vieze’ medicijnen in te moeten nemen. Vooral voor de allerkleinsten onder ons. Doordat ik haar steeds kleine keuzes geef die ze zelf mag maken, terwijl ik tegelijkertijd duidelijk de leiding neem waar nodig, weet ik haar voor me te winnen. Julia ziet mijn plan wel zitten.

Dapper begint ze de antibiotica te drinken, maar halverwege stopt ze, veegt haar mond afkeurend af en schudt van nee. “Het is een beetje vies hè”, zeg ik begrijpend. Er volgt een instemmend ja. Daar waar ik normaalgesproken negatieve woorden probeer te vermijden, koos ik er nu voor om aan te sluiten bij Julia’s beleving: het is duidelijk dat ze het niet lekker vindt en ik wil haar helpen hier woorden aan te geven. Ik complimenteer haar verder uitgebreid voor haar dappere inzet en ik leg uit dat de laatste slokken ook erg belangrijk zijn om sterk te worden en te blijven.

Vader had al een beker limonade klaarstaan om de vieze smaak weg te spoelen. Ik stel voor dat we het laatste beetje antibiotica bij die lekkere limonade doen. Dat wil Julia wel proberen. Ik laat haar zelf de medicijnen bij de limonade doen en benadruk intussen dat het nu geen gewone limonade meer is maar ‘speciale medicijnlimonade’. En dat het dus anders zal smaken. Openheid en eerlijkheid zijn van cruciaal belang wanneer je streeft naar een succesvolle samenwerking met een kind.

Luidkeels moedigen vader en ik haar aan en we juichen alledrie wanneer ze de beker ten slotte helemaal heeft leeggeslurpt. Trots kiest ze een sticker uit. “Het was echt niet lekker he”, zeg ik nogmaals meelevend. “Nee bah!”, roept ze en lachend trekt ze haar meest vieze gezicht. Ik steek mijn duim op. Wat heeft ze het knap gedaan!

Shirlana Kuijer
Vakgroep Medisch Pedagogische Zorg Nederland